Wie van wandelen houdt, kan in Italië zijn hart ophalen. Van ruige bergtoppen in het noorden tot zonovergoten kusten en idyllische dorpjes in het zuiden, de laars biedt eindeloos veel variatie. Het mooie is dat de wandelpaden vaak goed onderhouden zijn en dat je onderweg niet alleen natuur maar ook cultuur en culinaire verrassingen tegenkomt. Het maakt Italië tot een land waar je dagenlang kunt rondtrekken en steeds weer nieuwe indrukken opdoet.
Wat het extra bijzonder maakt, is dat elke regio zijn eigen karakter heeft. In het noorden wandel je tussen indrukwekkende rotsformaties en bergmeren, terwijl je in het hart van het land wordt omringd door glooiende heuvels, wijngaarden en eeuwenoude stadjes. In het zuiden wachten schilderachtige kustlijnen, stille olijfboomgaarden en dorpen die aanvoelen alsof de tijd er heeft stilgestaan. Je kunt letterlijk binnen een paar uur reizen van een alpiene landschap naar mediterrane sferen, wat wandelen in Italië een unieke ervaring maakt.
Bergen, meren en kustlijnen
De Dolomieten zijn zonder twijfel een van de bekendste wandelgebieden van Italië. Hun imposante kalkstenen pieken, vaak gehuld in een mysterieuze ochtendnevel of fel oranje gekleurd bij zonsondergang, staan op de UNESCO Werelderfgoedlijst en vormen een decor dat je nergens anders in Europa vindt. Het gebied biedt eindeloze mogelijkheden: van uitdagende bergtochten waarbij je langs steile rotswanden en bergpassen loopt, tot rustige dagwandelingen door groene dalen waar bergdorpjes verscholen liggen.
Ook rond de beroemde Italiaanse meren, zoals het Comomeer of het Gardameer, kun je prachtige routes ontdekken. Hier wissel je moeiteloos stevige tochten in de bergen af met ontspannen wandelingen langs het water, waarbij je onderweg altijd wel een terras vindt om even neer te ploffen met een espresso of een gelato. Het landschap voelt bijna sprookjesachtig, met de blauwe glinstering van het meer, de bergen die steil oprijzen uit het water en de elegante villa’s die langs de oevers liggen.
Toscaanse charme en verborgen parels
Wie denkt aan Italië, denkt vaak aan Toscane. De glooiende heuvels, statige cipressen en zonovergoten wijngaarden zijn niet alleen schilderachtig maar ook ideaal om doorheen te wandelen. In deze streek combineer je natuur met eeuwenoude dorpjes en natuurlijk een glas wijn na afloop. Ook Umbrië, dat vaak wat minder aandacht krijgt, verrast met groene valleien en rustige wandelpaden. Hier kom je minder toeristen tegen en ervaar je nog echt het landelijke Italië.
Wandelen op de eilanden en langs de zuidkust
Ook de eilanden Sicilië en Sardinië zijn een paradijs voor wandelaars. Het ene eiland biedt zon, zee en cultuur, terwijl het andere bekendstaat om zijn ongerepte natuur en ruige bergen. Verder naar het zuiden vind je de Amalfikust, waar steile paden en eeuwenoude trappen je langs kleurrijke dorpjes en een diepblauwe zee leiden. Het uitzicht onderweg maakt elke inspanning meer dan waard.
Puglia en de charme van Alberobello
In het zuiden van de laars ligt Puglia, een regio die steeds populairder wordt bij wandelaars. Hier is het landschap anders dan in de bergen: glooiend, landelijk en vol olijfboomgaarden. De routes voeren je langs stille dorpjes, oude landwegen en kustlijnen waar je nog weinig drukte vindt. Een wandeling naar Alberobello mag je daarbij niet overslaan. Dit dorpje, beroemd om zijn witgekalkte trulli-huisjes met kegelvormige daken, voelt alsof je door een sprookjesboek loopt. Het is een van die plekken die een wandeling meteen onvergetelijk maakt.